Wordt het e-CF de standaard?
Redactie | Verschijningsdatum 01-03-2014 | 11x bekeken
Wordt het e-CF de standaard?
Het European e-Competence Framework (e-CF) ontwikkelt, bevordert en verspreidt een gemeenschappelijke ICT-taal. Het moet dé Europese norm worden voor het definiëren van ICT-competenties. Wat is het, wat heb je eraan en voor wie is het nuttig?
Anita Bosman en Arjan van Dijk
Wat is het nut van een framework voor ICT-professionals? Stel, een grote ICT-dienstverlener zoekt jonge professionals van een hbo-bedrijfskundig informaticaopleiding. De recruiter van deze organisatie geeft aan dat ze door de bomen het bos niet meer ziet. Curricula van hetzelfde type opleidingen kunnen zo verschillen dat de recruiter met iedere persoon, individueel het gesprek moet aangaan over de vraag wat hij of zij precies heeft gestudeerd. Dit is een praktijkvoorbeeld van een organisatie die het lastig vindt om afgestudeerde ICT-professionals met de juiste competenties te vinden.
Uit recent kwalitatief onderzoek van de Universiteit Twente onder managers uit zes topsectoren blijkt dat ruim de helft van hen het moeilijk vindt om ICT-professionals met de juiste competenties en kwaliteit te werven (Deursen e.a. 2013). De functie van businessanalist bij het ene bedrijf kan iets totaal anders inhouden dan die van businessanalist bij het andere bedrijf. Slechts een derde van de starters vindt zijn vooropleiding aansluiten bij zijn huidige functie. 33 Procent van de managers geeft aan dat het moeilijk is mensen met de juiste ICT-competenties te vinden. Ruim een derde van de managers weet niet welke ICT-competenties nodig zijn in bepaalde functies. De managers nemen onterecht aan dat werknemers over deze vaardigheden beschikken.
Verder blijkt uit het onderzoek van Deursen dat er op het gebied van digitale vaardigheden de nodige problemen zijn. Een groot deel van de Nederlandse werknemers heeft problemen op het werk door gebrekkige digitale vaardigheden. Leidinggevenden zijn zich hiervan onvoldoende bewust, met productiviteitsverlies tot gevolg. Ook zijn ICT’ers niet altijd breed genoeg onderlegd.
De markt heeft dan ook behoefte aan een gemeenschappelijk framework dat het voor ICT-professionals mogelijk maakt hun capaciteiten te beschrijven en verder te ontwikkelen. Het framework moet het voor bedrijven en werkgevers mogelijk maken om vast te stellen welke personen de capaciteiten bezitten waaraan zij behoefte hebben.
Volgens het onderzoeksrapport ‘e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie’ van de Europese Commissie (2013) kunnen organisaties die innovatief en concurrerend willen zijn binnen de huidige mondiale digitale economie niet anders dan investeren in informatie- en communicatietechnologie (ICT). Als de ‘skills’ ontbreken die nodig zijn om deze technologieën effectief te gebruiken, lopen bedrijven een groot risico dat ze hun investeringen verspillen en belangrijke kansen verspelen om te groeien en te concurreren. De Europese Commissie heeft daarom ingezet op het Europese e-Competence Framework (e-CF). Naast transparantie op de arbeidsmarkt kan het e-CF bijdragen aan meer mobiliteit van ICT'ers. Dit is nodig om de toekomstig verwachte tekorten aan ICT'ers op te vangen. Volgens het onderzoeksrapport Empirica, IDC en INSEAD in opdracht van de Europese Commissie (2013), is de prognose gedaan dat bij een voorzichtig aantrekkende economie in 2015 het theoretische aantal ICT-vacatures 864.000 bedraagt.
Vaardigheden beschrijven
Het e-CF is een methode om professionele ICT-vaardigheden te beschrijven, gebruikmakend van een gemeenschappelijk framework van competenties1 en competentieniveaus, dat begrepen kan worden in Europa en daarbuiten. Het e-CF legt de grondslag voor een gemeenschappelijke Europese taal voor ICT-competenties. Het framework ondersteunt de definitie van functies, trainingscursussen, kwalificaties, loopbanen, formele en niet-formele leertrajecten en certificaties in de ICT-sector. Het gebruik van e-CF vergemakkelijkt de werving en selectie van nieuwe medewerkers, assessments of inhuur van ICT-professionals en helpt bij het opleiden van eigen medewerkers. Daarnaast kunnen opleidingsinstituten dankzij e-CF hun onderwijs beter afstemmen op behoeften van de markt en kunnen werknemers makkelijker hun kennis en kunde ‘verkopen’. Daardoor hebben lokaal, nationaal, Europees en mondiaal opererende bedrijven die ICT verkopen en gebruiken, evenals leveranciers van kwalificering en certificering, toegang tot een gedeeld referentiekader.
Het Europese e-CF is niet gebaseerd op functieprofielen, maar op competenties – omdat deze benadering flexibeler is. Competenties zijn weliswaar algemeen, maar allesomvattend genoeg om complexiteit te kunnen weergeven en om te passen op verschillende organisatiestructuren. Uit combinaties van verschillende competenties kunnen verschillende functieprofielen ontstaan die voldoen aan behoeften van organisaties, die flexibiliteit bieden en die maatwerk bevorderen. Ditzelfde geldt voor curricula voor opleidingen, assessments of certificatietrajecten. De eerste versie van het e-CF kwam uit in 2005. Het e-CF is een referentiemodel en nog geen standaard, maar het heeft wel de potentie dat te worden.
Structuur van e-CF
e-CF is een competentieframework waarin vier dimensies de structuur bepalen. Deze dimensies zijn een afspiegeling van de verschillende niveaus van vereisten voor bedrijfs- en HR-capaciteitsplanning, als aanvulling op richtlijnen voor vaardigheden in functies en taken, en zijn in het rapport van het NEN als volgt omschreven:
- Dimensie 1: vijf e-competentiegebieden (e-Competence Areas), afgeleid van de ICT-bedrijfsprocessen. Deze e-competentiegebieden zijn een afspiegeling van het ICT-bedrijfsproces en de vijf subprocessen daarvan, vanuit een heel algemeen perspectief:
1 ‘Plannen’ (Plan) betreft het beleidsmatig voorbereiden, plannen en coördineren van de ontwikkeling en het beheer van de informatievoorziening/ICT.
2 ‘Bouwen’ (Build) betreft de processen waarmee producten, services en ICT-oplossingen worden ontwikkeld en geïmplementeerd.
3 ‘Uitvoeren’ (Run) betreft het ter beschikking stellen, ondersteunen en beheren van uitgerolde producten, services en ICT-oplossingen.
4 ‘Mogelijk maken’ (Enable) betreft het beleidsmatig voorbereiden, plannen en coördineren van de ontwikkeling en het beheer van de informatievoorziening/ICT.
5 ‘Sturen’ (Manage) betreft het dagelijkse management van de activiteiten en de verbetering daarvan.
- Dimensie 2: 36 e-competentiereferenties (e-Competences), met een algemene beschrijving van elke competentie. Deze 36 geïdentificeerde competenties vormen samen het geheel van de Europese generieke referentiedefinities van het e-CF 2.0. In versie 3.0 zijn dit 40 geïdentificeerde competenties.
- Dimensie 3: Bekwaamheidsniveaus (e-Competence Levels) bij elke e-competentie leveren de Europese referentieniveaus voor de specificaties van de e-Competence-niveaus e-1 tot en met e-5, die gerelateerd zijn aan de EQF-niveaus 3 tot en met 8. De vergelijking gaat niet geheel op, maar over het algemeen geldt dat EQL-niveau 3 gelijk is aan MBO 3-niveau is en niveau 8 aan doctoraatniveau (PhD).
- Dimensie 4: De kennis en vaardigheden (Knowledge and Skills) die behoren bij de e-competenties in dimensie 2.
Inmiddels is versie 3.0 in ontwikkeling bij de ‘Workshop on ICT Skills’. De belangrijkste wijzigingen zijn: vier nieuwe competenties, verbeterde structuur, aansluiting op recente trends in IT en business, meer aandacht voor het mkb.
Functieprofielen op basis van e-CF
Op basis van het e-CF heeft de CEN (European Committee for Standardization) 23 ICT-profielen gedefinieerd. Zo kunnen organisaties een functieprofiel samenstellen en kunnen personen een persoonlijk competentieprofiel vaststellen. Dit profiel kan dan worden vergeleken met een Europese functietaak gedefinieerd in e-CF-competentieterminologie.
Raamwerken naast e-CF
Zowel in Nederland als op Europees niveau bestaan er al allerlei raamwerken. Voorbeelden hiervan zijn SFIA2, CIGREF3, AITTS4 en EUCIP5 en het EFI6 op nationaal niveau. In het CWA 16234-2:2010 zijn de Europese raamwerken vergeleken met het e-CF en wordt aangegeven welke toegevoegde waarde het e-CF biedt en hoe koppelingen met deze raamwerken kunnen worden gemaakt. De Europese dimensie maakt transparantie, vergelijkbaarheid en het creëren van Europese kennisgebieden mogelijk. Deze dimensie ‘faciliteert transnationale mobiliteit voor werknemers en studenten en levert een bijdrage aan het voldoen aan de eisen van vraag en aanbod op de Europese arbeidsmarkt’ [uit het EQF-document, 23 april 2008]. Het Nederlandse framework EFI, ontstaan vanuit de beroepsvereniging NGI, heeft besloten zich ook aan e-CF te conformeren. Dit zonder haar eigen competentieframework, het Employability Framework EFI, los te laten.
Als er al zo veel raamwerken op Europees en Nationaal niveau bestaan, waarom dan een e-CF raamwerk? Het e-CF vormt een praktisch overzicht van de Europese ICT-arbeidsmarkt vanuit het perspectief van de industrie en publieke sector en de competentie-eisen. Om de mobiliteit tussen Europese landen te vergroten en opleidingsprogramma’s op internationaal niveau met elkaar te vergelijken, is het efficiënt en effectief om van één standaard uit te gaan.
e-CF in Nederland
Nederland loopt voorop met het e-CF en krijgt veel aandacht. De Nederlandse implementatie van het e-CF is medio 2012 door Neelie Kroes in gang gezet om de beroepsgroep beter op de kaart te zetten. In Nederland heeft de NEN in het kader van het programma ‘Digivaardig & Digiveilig’ versie 2.0 van het e-CF en de gebruikershandleiding vertaald. Inmiddels is er op 14 november 2013 een convenant getekend. Het convenant is ondertekend door organisaties en bedrijven als Randstad, IBM, PinkElephant, Havenbedrijf Rotterdam, IT-Staffing, Ngi, Hogeschool Utrecht, HBO-I, EXIN en Stichting Platform ICT Hogescholen. Deze partijen spreken met elkaar af het e-CF te (gaan) gebruiken bij bijvoorbeeld de werving en selectie van nieuwe medewerkers, assessments en in het opleiden van ICT’ers.
Voor- en nadelen e-CF
Het streven van het e-CF is een standaard (norm) te zijn als referentiemodel van ICT-competenties. Voordelen hiervan zijn:
- Opleidingsinstituten kunnen hun onderwijs beter afstemmen op de behoeften van de markt
- Door het standaardiseren van ICT-functies wordt het voor werkgevers makkelijker het juiste personeel aan te trekken.
- Voor werknemers en zzp’ers maakt e-CF het gemakkelijker zich in de markt te zetten.
- De Europese vergelijkbaarheid van sollicitanten wordt verbeterd, wat de mobiliteit binnen Europa bevordert.
Dit klinkt allemaal prachtig. Door het e-CF te gebruiken en één gemeenschappelijke taal te spreken wordt de transparantie in vraag en aanbod van ICT-professionals en hun diensten
bevorderd. Dit komt ten goede aan de mobiliteit op de ICT-arbeidsmarkt, waardoor het dreigende tekort aan ICT-professionals mogelijk kan worden teruggedrongen. Maar hoe werkt het e-CF in de praktijk?
Tot nu toe loopt Nederland voorop, zoals blijkt uit de ondertekening van het convenant in 2013. Daarin geven 21 organisaties aan e-CF gebruiker te zijn. Het convenant laat zien dat een breed scala aan partijen uit verschillende doelgroepen en sectoren achter e-CF staat. Zo’n Nederlands convenant ondertekenen is een stap in de goede richting, maar het is ook belangrijk dat de overheid en bedrijven het e-CF model breed implementeren. Bij CIO’s in Nederland blijkt het urgentiebesef voor de noodzaak van een e-CF framework er nog niet te zijn. Een van de redenen is dat er voldoende sollicitanten beschikbaar zijn voor de benodigde ICT-functies.
Daarnaast zijn er andere kritische opmerkingen met betrekking tot het e-CF. Doordat het e-CF op Europees niveau wordt beheerd, verloopt het proces van wijzigingen traag. Het framework is star en lastig ‘up to date’ te houden. Daarnaast zijn er partijen die het e-CF te algemeen vinden en meer specifieke competenties of profielen voorstaan.
Zoals gezegd loopt Nederland voorop en zal Europa moeten volgen. Als Europa niet meegaat en ook Nederlandse organisaties het belang van e-CF niet gaan inzien, zal het e-CF onvoldoende draagvlak hebben en daarmee zijn bestaansrecht verliezen.
Anita Bosman (MMI) is projectmanager Master of Informatics Hogeschool Utrecht, heeft zitting in het Ngi-NGN hoofdbestuur en is lid van de werkgroep e-CompetenceFramework (e-CF). E-mail: A.Bosman@ngi.nl
Arjan van Dijk (RI CMC) is ambassadeur NGI, platform voor ICT-professionals. E-mail: arjanvandijk@ngi.nl
Literatuur
Deursen, van A. en Dijk, van J., onderzoeksrapport ‘Zicht op ICT-competenties’ van de Universiteit Twente in opdracht van Digivaardig & Digiveilig (2013)
CEN- CWA 16234-1 Het Europese e-Competence Framework 2.0
CEN-CWA 16234-2 Richtlijnen voor gebruikers voor het toepassen van het e-CF 2.0
CEN-CWA 16234-3 Methodologische grondslagen voor het ontwikkelen van het e-CF
CEN-CWA 16458: European ICT Professional Profiles
Europese Commissie. (2013) Onderzoeksrapport ‘e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie’ Empirica, IDC en INSEAD http://eskills-vision.eu/fileadmin/eSkillsVision/ downloads/brochure/Insead.eLeadership_NL.pdf
Websites